Slappe flap
Begin juni trok ik er de eerste keer alleen op uit met Lenny en de daktent. Ik was heel erg in mijn nopjes met de foto die ik die eerste avond had genomen: Lenny in vol ornaat, met zijn daktent helemaal opengevouwen! Totdat de Ervaringsdeskundige de foto zag en droogweg zei: “De flap hangt slap!” Hij zette niet alleen daktenten op in een handomdraai, maar beheerste zo te zien ook de kunst van volrijm.
Lenny in vol ornaat, of toch bijna...
Ik geef toe: ik heb het nooit gehad voor slappe appelflappen, maar slappe tentflappen? Dat was die avond bijzaak. Want met mijn 1 meter en luttele 65 centimeter had ik die daktent toch maar mooi helemaal alleen opgezet. Niet meteen in een Olympische recordtijd, maar oefening baart kunst.
Die uitdrukking hebben ze trouwens niet voor niets zo geformuleerd, heb ik gemerkt. Dat ‘oefenen’ en ‘baren’ mag je vrij letterlijk nemen. Voor vertrek had ik een twee uur durende zondagse oefensessie gevolgd bij de Ervaringsdeskundige, om alle ins en outs van de daktent te doorgronden. Met mijn gerenommeerd mechanisch inzicht (notttttt) had ik daar heel erg tegenop gezien en had ik het keer op keer uitgesteld, tot twee dagen voor vertrek. Toen ik na 120 minuten zwoegen de techniek eindelijk onder de knie had, was ik heel blij dat het lukte en… dat het voorbij was. Een beetje zoals een bevalling dus.
Ondertussen, na een keer of vijftien die tent open en dicht te hebben gevouwen, heb ik het helemaal in de vingers. En in alle omstandigheden: op een camping, op een parking, in het wild, vroeg in de avond, na middernacht, met licht, met maneschijn, in het pikdonker op de tast, bloednuchter en na een avond met crémant de Loire.
En de strakke flap? Ook dat is goed gekomen. Tenminste, op de dagen dat ik zin heb om de zijkanten op te spannen ;-)